Hoewel onze economie traditioneel al heel lang gericht is op eindeloze groei, zien we hierin langzamerhand een kentering optreden. Paul Schenderling richt zich als denker en schrijver op deze transitie en is een ware pleitbezorger van brede welvaart, een concept dat welzijn centraal stelt in plaats van louter economische winst. Zijn werk draait om het idee dat we niet alleen economische groei moeten nastreven, maar echte vooruitgang, die ook ecologisch en sociaal duurzaam is. Vanuit deze visie ontwikkelde Paul praktische oplossingen en inspirerende voorbeelden die bedrijven, overheden én burgers aansporen tot verandering.
Fundamentele verschuiving in ons denken
Om brede welvaart een serieuze kans te geven is een fundamentele verschuiving in ons economische denken nodig. “In plaats van ongebreidelde kwantitatieve groei, moeten we kiezen voor kwalitatieve vooruitgang,” benadrukt Paul. “Groei hoeft niet altijd te betekenen dat alles groter en meer wordt. Ik vind groei prima, maar dan op basis van kwaliteit en niet van volume. Het is cruciaal om de kwaliteit van producten, werk, het milieu en ons dagelijks leven te verbeteren, in plaats van de focus te leggen op het simpelweg vergroten van het bruto nationaal product of het verbruiken van meer hulpbronnen. Met dit voor ogen moeten we strikte grenzen stellen aan de vijf grootste veroorzakers van ecologische schade: broeikasgassen, materiaalverbruik, landgebruik, watergebruik en toxische stoffen. Net zoals we wereldwijd quota hebben voor broeikasgassen en CFK’s, zouden we dit ook moeten toepassen op deze andere ecologische impactfactoren. Door grenzen te stellen, wordt innovatie binnen de draagkracht van de aarde gedwongen, wat essentieel is voor de toekomst.”
De overheid als systeemveranderaar
Volgens Paul speelt de overheid een cruciale rol in deze transitie. “De overheid zou milieuheffingen kunnen invoeren die de werkelijke ecologische kosten van producten in de prijs verwerken. Dit zou vervuilende producten duurder maken dan duurzame alternatieven. Pas dan ontstaat er echte vraag naar groene oplossingen. Diverse Europese bedrijven lopen al voorop in verduurzaming van productieprocessen. Dat is niet alleen goed voor de planeet, maar ook voor de economische concurrentiepositie van Europa. Overheidsbeleid kan de markt in de juiste richting sturen, zodat duurzame producten aantrekkelijker en economisch voordeliger worden.”
Paul is econoom, adviseur en auteur van de bestseller ‘Er is leven na de groei’. Als medeoprichter van Postgroei Nederland en Just Enough pleit hij voor een eerlijke en duurzame economie binnen de planetaire grenzen. Hij is senior adviseur bij Sufficiency op het gebied van brede welvaart en de nieuwe economie.
Van volumegroei naar waardecreatie
Ook bedrijven spelen in de transitie een belangrijke rol. Paul: “Ze moeten verder kijken dan alleen de vermindering van CO₂-uitstoot. De focus moet liggen op het verminderen van de bredere ecologische impact, zoals het gebruik van grondstoffen, water, land en het uitbannen van toxische stoffen. Dat vergt doorgaans een andere bedrijfsstrategie met de nadruk op kwalitatieve groei in plaats van volumegroei. Neem het familiebedrijf Van Wijhe Verf, dat al meer dan 100 jaar bestaat. Dit bedrijf staat bekend als een duurzame innovator in de verfindustrie, een sector die vaak wordt geassocieerd met hoge energiebehoeften en schadelijke chemicaliën. Toch is Van Wijhe erin geslaagd om als eerste chemisch bedrijf ter wereld B Corp-gecertificeerd te worden, wat betekent dat het bedrijf niet alleen zijn financiële prestaties, maar ook zijn sociale en ecologische impact serieus neemt. Ze produceren verf met biogebaseerde grondstoffen en zijn klimaatneutraal, 25 jaar vóór de nationale doelstelling. Duurzaamheid en winstgevendheid kunnen dus best hand in hand gaan als je inzet op innovatie, kwaliteit en klantloyaliteit.
De kracht van de consument
Een derde factor in het veranderingsproces is de consument. “De kracht van de consument mogen we nooit onderschatten,” legt Paul uit. “Via productwijzer Just Enough, ontwikkeld in samenwerking met een internationaal netwerk, kunnen consumenten nu eenvoudig zien welke merken verantwoord produceren. Deze transparantie helpt burgers geïnformeerde keuzes te maken. Op hun beurt zetten ze bedrijven en overheden weer aan tot verandering. Als we met z’n allen meer verantwoorde keuzes maken, kunnen we als consumenten een enorme invloed uitoefenen. Dit kan leiden tot duurzamere producten en productieprocessen.”